
RUPS VAN DE DAGPAUWOOG
Aglais io
De rups van de Dagpauwoog is te zien in de maanden mei tot juni, en, nog een tweede maal, van juli tot september. De rups kan zich snel voortbewegen met behulp van zijn geelbruine pseudopoten, additionele ledematen die verschillen in kleur van zijn zwarte, normale pootjes.
HOMMEL
Bombus
Dit vriendelijke insect is een graag geziene gast in de tuin, en is belangrijk voor het verspreiden van stuifmeel. De hommel steekt niet snel, maar kan zijn angel meerdere keren gebruiken (in tegenstelling tot de bij) als dit nodig is. Nederland habiteert meer dan 30 verschillende soorten hommels.


BLAUWZWARTE HOUTBIJ
Xylocopa violacea
Deze bij komt voor in het zuidwesterse en centrale deel van Europa, en is een van de grootste bijensoorten die daar gevonden kan worden. Door klimaatverandering is de soort nu ook - al dan niet (zeer) zeldzaam - te vinden in Nederland en België. Zoals de naam al enigszins doet vermoeden, legt de houtbij haar eitjes in dood, hard hout, zoals kers en berk.
RUPS VAN DE KONINGINNEPAGE
Papilio machaon
Deze rups eet het liefste de groene bladeren van de Venkelplant. Met zijn gifgroene kleur weet deze soort roofdieren - zoals vogels - duidelijk te waarschuwen dat hij ook daadwerkelijk giftig is. Ook maakt de rups in nood gebruik van zijn osmeterium; een klier die een stinkend geurtje uitscheidt, dat afschrikt.


GEWONE SCHORPIOENVLIEG
Panorpa communis
Enkel de mannelijke variant van deze insectensoort heeft ook daadwerkelijk een schorpioenachtig kenmerk; het achterlijf eindigt in een scherpe punt. De schorpioenvlieg vliegt tussen mei en september en houdt zich graag op in schaduwrijke plekken.
TENTHREDO
Tenthredo moniliata
De Tenthredo moniliata is een ondersoort van de bladwesp. In het midden van Europa komen er gemiddeld zo'n 800 soorten voor, maar in totaal bestaan er zo'n 6000 verschillende ondersoorten. Herkenbaar voor deze soort is dat de kenmerkende 'wespentaille' ontbreekt.


VIERVLEK
Libellula quadrimaculata
Deze libellensoort is te zien in de maanden (eind) april tot beginnend september. De Viervlek is vrij algemeen en komt in grote delen van Europa voor. Eitjes die in stille wateren worden gelegd, worden beschermd door het mannetje totdat deze uitgekomen zijn.
GRIJZE VLEESVLIEG
Sarcophaga carnaria
Eitjes van de vleesvlieg komen in de moeder al uit, waardoor de larven hun eerste voedsel halen uit hun eigen moeder. Verder is de naam 'vleesvlieg' echter onjuist: de larven van deze vliegensoort eten namelijk geen (dood) vlees, maar jagen op aas-etende larven. Zij hebben dus enkel karkassen nodig om te overleven, en gedijen daardoor overal.


KLEINE RODE WEEKSCHILDKEVER
Rhagonycha fulva
In de zomer kan deze keversoort in grote aantallen worden waargenomen, aangezien de weekschildkever nectar - en andere nectar-etende insecten - als voornaamste voedselbron heeft. Ook de larf van deze kever is een predator en jaagt op slakken en andere insectenlarven.